Dromen van de nieuwe hemel en de nieuwe aarde (Apok. 21,1)

 

Gisteren, vandaag, morgen, verleden, heden en toekomst, deze drie dimensies van de tijd zijn aanwezig wanneer we liturgie vieren. Het gaat er inderdaad over gisteren, over vandaag en over morgen.

We blikken terug naar het verleden, naar de tijd waarin Jezus leefde, naar het volk waaruit hij geboren is, naar Golgota, waar hij werd gekruisigd. We weten dat hij een boodschap heeft voor het heden en dat hij ons doet opkijken naar de toekomst.

Elke dag belijden wij in de eucharistie dat de Heer Jezus geleden heeft en gestorven is. Wij belijden dat hij is verrezen en leeft bij de Vader en dat hij ons toekomst geeft en dat hij zal terugkeren.

Het verleden indachtig

Elke zondag zijn we in de liturgie onderweg en maken we een reis. Ze leidt ons elke zondag naar het land van de Bijbel, naar Israël waar we nu eens in Galilea vertoeven en dan weer in Jeruzalem. Tijdens het leesjaar C leidt het evangelie van Johannes ons de meeste paaszondagen naar Jeruzalem. We zitten mee aan tafel in het cenakel en luitsteren naar de heel diepzinnige afscheidswoorden, die Jezus daar uitspreekt.

Met Lucas onderweg

In de paastijd reizen we eveneens mee met Lucas, de schrijver van het boek over de Handelingen van de apostelen. Dit is een boeiend boek. Een Bijbelseminarie in Gent aan het HDGI wijdt er dit jaar vier zaterdagvoormiddagen aan en wijst op het belang van de Handelingen van de Apostelen. “Deze zijn, net als de evangelies, een geloofsgetuigenis: het is het ‘dagboek’ van de eerste Kerk. We lezen er hoe de eerste generaties christenen, onder de stuwende kracht van Gods Geest, in woord en daad getuigenis afleggen van de opstanding van Jezus Christus. Het perspectief wordt daarbij steeds ruimer: de verkondiging verspreidt zich van Jeruzalem naar de Joodse en Griekse omgeving tot in Rome, hét centrum van de bewoonde wereld. Hierbij worden kernthema’s aangesneden die ook voor de Kerk vandaag belangrijk zijn: hoe het Evangelie verkondigen in wisselende contexten? Hoe eenheid beleven in verscheidenheid? Hoe wordt het leven van de christen een navolgen van de weg van de Meester? Hoe onderscheiden wat de Geest ingeeft?”

Het bisdom Antwerpen had in 2019 al een diocesaan vormingsproces van drie jaar gestart, daarbij steunend op de Handelingen. .”Hoofdbedoeling van dit project is om aansluiting te vinden bij de geboortetijd van de Kerk. Alles in Handelingen gebeurt voor de eerste keer, van het mooiste tot het pijnlijkste. Niets van wat wij nu meemaken, is toen niet gebeurd, uiteraard in andere omstandigheden en in een ander formaat. Daarom ook leest Handelingen als een parabel over de Kerk van alle tijden. Hetzelfde verhaal loopt door, met telkens nieuwe namen van personen en van plaatsen.” (Kerknet).

Christenen in het Nabije Oosten

Zo komen we op deze vijfde zondag op veel plaatsen van het huidige Turkije. Wij komen met Paulus en Barnabas in jonge christelijke gemeenschappen. Wij worden door hen zoals de eerste leerlingen aangespoord om in het geloof te volharden. Wij vernemen hoe Paulus en Barnabas na gebed en vasten verantwoordelijken aanstelden in deze gemeenschappen. Het gaat over het einde van de eerste beloftevolle zendingsreis van Paulus. Hij keert met zijn metgezel naar Antiochië terug, naar de gemeenschap van waar ze waren vertrokken en een zending hadden ontvangen. Zij hadden Jezus verkondigd in synagogen maar ook en vooral bij niet joden; Zij hadden gedurfde stappen gezet en de poort van het geloof voor de heidenen geopend.

Antiochië, hun vertrekbasis ligt in Syrië, een land dat in de voorbije jaren zo veel leed heeft gekend. De eens bloeiende christelijke gemeenschappen in het Nabije Oosten zijn ondertussen erg gekrompen en zijn zelfs in hun bestaan bedreigd. Door de komst en de uitbreiding van de Islam en later door de val van Constantinopel zijn veel oude gemeenschappen verdwenen. Door de oorlogen in Irak en deze In Syrië is hun aantal verder verminderd.

Het Werk van het Oosten zorgt om de banden met deze gemeenschappen te onderhouden en hen te steunen. Het publiceert een driemaandelijks tijdschrift. In het eerste nummer van dit jaar komt Manhal Makhoul aan het woord. Hij is Syriër en kwam nog voor de oorlog er uitbrak naar ons land om een doctoraat te behalen in UCL- LLN. De oorlog maakte de terugkeer onmogelijk. Ondertussen zijn zijn ouders en andere familieleden naar ons land gekomen. Zijn grootouders langs vaderszijde waren Armeniërs, die uit Turkije moesten vluchten voor de genocide aan het begin van de twintigste eeuw en zo in Syrië zijn gekomen. Manhal is gehuwd. Vorig jaar is hij diaken gewijd en hij is verbonden met de Syrisch katholieken in Brussel. Thomas Dibo Habbabe, eveneens uit Syrië, is hun pastoor.

Boodschap in de Apokalyps

In de paastijd komen we nog langs een andere weg in het Nabije Oosten. De tweede lezing van de paaszondagen is ontleend aan de Apocalyps. Dit boek bevat een aantal boodschappen aan vroeg christelijke gemeenschappen in het huidige Turkije, zoals deze in Efese, Smyrna, Laodicea, Pergamon. Het boek is geschreven in de tijd van de vervolging van christenen in Klein Azië. Doorheen de pijn houdt de ziener van Patmos de blik gericht op God die zijn volk niet verlaat. Hij droomt van de nieuwe stad, waarin het licht van God straalt. Het is een visioen dat zo ver weg lijkt van de harde realiteit in landen waar de oorlog woedt.

In de gemeenschap van de heiligen

Wanneer we eucharistie vieren, weten we dat onze gemeenschap groter en verder reikt dan onze plaatselijke kerk. We vieren samen met mensen van heinde en ver. Wij zijn hen indachtig die ons zijn voorgegaan. Wij loven God met al zijn heiligen.

Op 15 mei worden enkele mannen en vrouwen heiligverklaard. Een van deze nieuwe heiligen is de Indiase martelaar Devasahayam Pillai (1712-1752), een hooggeplaatste hindoe en gerechtsfunctionaris die werd vervolgd en vermoord omdat hij zich tot het katholicisme had bekeerd.

De meest bekende onder hen is Charles de Foucauld (1858-1916), militair en bon vivant, die zich bekeert, tot priester wordt gewijd. Hij is jarenlang kluizenaar en leeft in Tamanrasset, in het Hoggargebergte in de Algerijnse Sahara in het zuiden van Algerije. Hij woonde bij de Toearegs, leerde hun taal en won hun vertrouwen. Hij was sterk onder de indruk van het geloof en de vroomheid van de moslims

Bij de heilig verklaarden van deze zondag is Titus Brandsma (1881-1942), een uit Friesland afkomstige karmeliet en hoogleraar wijsbegeerte en mystiek in Nijmegen. Hij was rector aan de katholieke Universiteit Nijmegen Zijn verzet tegen het naziregime kwam hem duur te staan: in 1942 werd hij gearresteerd en naar het concentratiekamp Dachau vervoerd. Titus Brandsma hield het slechts enkele weken in het kamp vol; nadat hij ernstig verzwakt op de ziekenboeg van het kamp terechtkwam, bracht een arts hem om het leven met een dodelijke injectie.

Het nieuwe gebod

Hoe worden mensen heilig? Door te geloven in de nieuwe stad, waarvan God de bouwer is en door in te gaan op het gebod van Jezus. Jezus zei in zijn afscheidsrede: “Een nieuw gebod geef ik u, gij moet elkander liefhebben, zoals ik u heb liefgehad.”

De onderlinge liefde is een belangrijke bouwsteen voor de nieuwe stad. De bouwsteen wint aan waarde zo wij er ook in slagen om de kring te verruimen en ook de vijand te beminnen. De liefde gaat verder dan de eigen clan en groep. Jezus bedoelt niet dat wij knus en vriendelijk onder mekaar zijn en daarbij vergeten dat wij een missionaire opdracht hebben, die zoekt om elke mens zijn plaats te geven en te laten delen in de liefde die hij heeft getoond. “Dit is zijn gebod, dt we geloven in de naam van zijn Zoon Jezus Christus en elkaar liefhebben zoals hij ons heeft opgedragen” ( 1 Joh 3,23).