Kersttijd (C)

 

 “Papa, is het echt gebeurd?” vroeg de kleine jongen, wanneer zijn papa een verhaal vertelde. En de papa antwoordde; “Ja, manneke, want degene die het voor het laatst vertelde, leeft nog.”

Mattheus is de evangelist die zoals Lucas in zijn evangelie elementen aangeeft rondom de geboorte van Jezus. Het zijn andere dan deze bij Lucas. In een bijzin vermeldt hij de geboorte van Jezus in Juda en hij brengt dan het uitvoerig verhaal van de komst van de wijzen uit het Oosten in Bethlehem.

Mattheus is heel beslagen in de kennis van het Oude Testament. Hij verwijst in zijn verhaal uitdrukkelijk naar een voorspelling van de profeet Micha (Mich. 5,1.3). Hij wijst ook welke rol de bijbel toekende aan Jeruzalem, een stad waar vreemden naar toe trokken om God te vereren en er een koning te begroeten zoals de koningin van Saba heeft gedaan (Jes. 60, 3–6).

Zoals Lucas drukt Mattheus in zijn verhaal over de gebeurtenissen rondom de geboorte van Jezus uit wie Jezus is. Jezus is een geschenk van de Geest. Immanuel is zijn naam. Zoals Mozes zijn volk wegleidt naar het beloofde land, zo zal Jezus zijn volk redden.

Naar alle volkeren

Jezus brengt een boodschap die voor alle volkeren geldt. Hiermee besluit Mattheus zijn evangelie: “Ga en verkondigt het evangelie.” Het slot van het evangelie ligt al bevat in het begin. De wijzen die bij de kribbe komen, vertegenwoordigen de volkeren aan wie de boodschap van Jezus gebracht wordt en dat vandaag en morgen moet verkondigd worden en beleefd.

Zijn verhaal gaat over zoekers die vinden. Zij zoeken in de natuur en in de boeken. Een ster en de Schrift leiden hen. God openbaart zich in zijn schepping en doorheen de heilige Schrift. Wanneer het licht van de ster verduistert en verdwijnt, zoeken ze verder om te weten waar Jezus is geboren.

Ze hadden de moed op tocht te gaan, met vertrouwen, onderzoekend en bevragend. Er waren geen treinen en geen vliegtuigen, geen auto’s en fietsen. Ze hadden rijdieren en lastdieren, ezels, dromedarissen; Ze hadden hun voeten en benen. Ze gingen ze op weg, zelfs heel ver. Wat was hun drijfveer? Hun hart en hun verlangen om te vinden waar het op aankomt.

We hebben zijn ster gezien

We weten niet goed van waar ze kwamen. Of toch, ze kwamen uit het Oosten en trokken naar Jeruzalem. Ze hadden een ster gezien. Ze keken vaak naar de sterrenhemel. Deze was helder en klaar want er was geen luchtbezoedeling. Sterren aan de hemel, ze verwijzen naar iemand, naar wijzen en naar hen, die de mensen tot gerechtigheid hebben gebracht: “Zij zullen schitteren als de sterren voor eeuwig en immer” (Dan.12,1-3).

Hadden deze wijzen uit het Oosten weet van de voorspelling van Bileam? Bileam, een niet-Israëliet; is een waarzegger: “Wat ik zie is niet in het heden, wat ik waarneem is niet nabij. Een ster komt op uit Jakob, een scepter uit Israël.” (Numeri 24:17). In het boek van de Openbaring wordt Christus als morgenster begroet. Hij zegt er: “Ik ben de wortel uit het geslacht van David, de stralende Morgenster” (Apok. 22,16).

Ze zoeken de pasgeboren koning der Joden. Ze weten wie ze zoeken. Wanneer de ster hen niet meer begeleidt en ze in Jeruzalem komen, waar een wrede koning regeert, leggen ze daar hun vraag voor naar de plaats van Jezus’ geboorte.

Op hun knieën neervallend

Het motief van hun tocht is om de pasgeboren koning te huldigen. Wanneer ze het kind zien en zijn moeder, knielen ze en betuigen ze het hun hulde en bieden ze geschenken aan. Zij nemen zichzelf niet als het centrum van de wereld. Ze erkennen de aanwezigheid van God in een klein kind.

Lukt het ons om in het kleine en het bescheidene een aanwezigheid van God te ontdekken? Kunnen we groot zijn door te knielen? Welke plaats geven we aanbidding?

Bij de wereldjongerendagen in Keulen in 2005 was het thema Kom laat ons hem aanbidden. Ja, in Keulen is er een grote verering voor de Driekoningen. Maar zij zijn wegwijzers. Zij zijn te vinden in alle continenten en in alle leeftijden. Zij houden bij ons het besef wakker dat wij pelgrims zijn. Pelgrims op weg naar God en op zoek naar een grotere verbondenheid met andere pelgrims, levend op dezelfde moeder aarde en onder dezelfde sterrenhemel. Een pelgrimstocht van vele eeuwen.

Mensen blijven zoekers. We kijken naar de sterren, niet naar deze aan de hemel, maar naar sterren die bejubeld worden, die schitteren om een tijd nadien in het niet te verdwijnen. Niet elke ster is een ster van Bethlehem.

Een ontmoeting die verandert

Wie zijn de wijzen?
Zij die naar boven kijken,
naar de hemel en zijn tekens,
die thuis zijn in de nacht en de geheimen,
die waken en uitzien naar de ster.

Maar wijzen hebben ook oog voor wat beneden ligt,
voor de aarde en haar wegen,
voor de dag en het licht.

Wijzen durven omwegen maken.
Want wie lijnrecht naar zijn doel wil,
doet de wereld en de mensen geweld aan.

De goede weg is gehoorzaam aan de aarde,
voegt zich naar haar hoogten en laagten
en volgt de kronkellijn van de rivieren.

En wie de wijsheid van de weg heeft geleerd,
weet dat we worden geleid door vreemde paden.
Want niet wij maken de weg.
De weg maakt ons.

Wijzen zijn zij
die altijd op weg willen gaan,
altijd opnieuw willen beginnen.
Want wat in één keer wordt gevonden
is voorbarig en onbetrouwbaar.

Wijzen zijn zij
die terugkeren naar huis,
verdwijnen in stilte,
terug naar hun werk,
en naar hun plaats onder de mensen.
Want daar wacht het leven.
(F. Cromphout, God is een verhaal

Tijd schenken

Is het echt gebeurd? Het gebeurt nog elke dag dat mensen zoeken en onderzoeken en dat ze vinden,

Het gebeurt nog elke dag dat mensen Jezus ontmoeten en blij zijn wanneer zij zijn ster zien.

Ze laten zich niet drijven door wat als te gemakkelijk wordt verkondigd.

Het zijn mannen en vrouwen, jong en oud met een inzet voor anderen en met zin voor bezinning en diepte.

Ze maken tijd voor wat waardevol is.

Zonder het te willen en te beseffen kan ik zelf voor anderen een ster zijn, een vonk misschien op hun levenstocht.

Aandacht hebben voor, tijd vrij maken voor anderen, tijd maken voor stilte en gebed, is dit niet een van de mooiste geschenken?

Door tijd te besteden aan de roos, is deze bloem in het verhaal van de Kleine Prins zo belangrijk geworden. Bij het afscheid zegt de vos tot de kleine prins: “Dit is mijn geheim, het is heel eenvoudig: alleen met je hart kan je goed zien. Het wezenlijke is voor de ogen onzichtbaar (...) Alle tijd die je aan je roos hebt besteed, maakt je roos juist zo belangrijk (...) Je blijft altijd verantwoordelijk voor wat je tam hebt gemaakt. Je bent verantwoordelijk voor je roos” (Antoine de Saint Exupéry, Le Petit prince).

De wijzen zijn langs een andere weg teruggekeerd met vertrouwen dat het licht dat zij in Bethlehem mochten aanschouwen niet meer dooft en dat Jezus voorgoed de stralende Morgenster is.

****************

Want wij hebben zijn ster zien opkomen en we zijn gekomen om Hem te huldigen’ (Mt 2,2). Dit is het motto van de Gebedsweek 2022 voor de Eenheid. De teksten daarvoor zijn opgesteld door christenen in het Midden-Oosten. Het Midden-Oosten heeft nu meer dan ooit behoefte aan een hemels licht om de mensen die er wonen te begeleiden, luidt een van de teksten. De Ster van Bethlehem is een teken dat God met zijn volk mee stapt, hun pijn voelt, hun jammerklacht hoort en medelijden met hen heeft. God blijft ons trouw, ook wanneer de omstandigheden veranderen en zich verschrikkelijke rampen voordoen, en dat geeft ons moed. (Kerknet, juli 2021)