Tijd door het jaar (C)

‘In die tijd leerde Jezus in een gelijkenis aan zijn leerlingen dat zij altijd moesten bidden, en dat ze dat nooit mochten opgeven.’

Zusters en broeders, wat Jezus aan zijn leerlingen leert, leert Hij ook aan ons. Ook wij moeten  altijd bidden en we  mogen dat nooit opgeven. Dat mag ons niet verbazen, want zelf bidt Jezus intens veel. Dikwijls zondert Hij zich daarvoor af, gaat Hij een berg op of trekt  Hij de woestijn in. Dikwijls ook bidt Hij tot zijn Vader vóór Hij een wonder verricht. In het Johannesevangelie komt het laatste avondmaal zelfs neer op een gebed. Bidden doet Hij ook  in de Hof van Olijven en op het kruis. En zo leert Hij ons dat wij ook altijd en in alle omstandigheden moeten bidden. Immers, bidden is voor de ziel wat ademen is voor het lichaam. Hou je op met ademen, dan ben je dood. Hou je op met bidden, dan verlies je elk contact met God.

Maar wat is bidden? Dat is spreken met God. Dat is God verheerlijken, Hem danken, Hem om vergeving vragen. Ook luisteren naar Jezus en Hem navolgen is bidden. En je gebed kan ook een kort dankwoord zijn om wie je bent en wat je hebt. Of een smeekbede om hulp wanneer je ziek of ongelukkig bent, en je echt niet meer weet wat je moet doen. En wanneer je niet weet hoe je moet bidden, kan je een gebedenboek of het internet raadplegen. Daar vind je honderden mooie gebeden. En we mogen natuurlijk niet vergeten dat Jezus ons met het Onze Vader een prachtig gebed heeft gegeven dat we in elke viering samen bidden, en dat we elke dag en in alle omstandigheden kunnen bidden.

Dat we nooit mogen ophouden met bidden  leert Jezus ons met het verhaal over een rechter die zich om God noch gebod bekommert. Waarom Hij zo is, zegt Jezus niet. Is hij corrupt? Is hij gewoon lui?  Is hij totaal negatief ingesteld? We weten het niet. Wat we wel weten, is dat hij recht zal spreken voor de weduwe die hem aanklampt. Hij zal dat niet doen omdat hij het belangrijk vindt, maar om van het gezaag van die vrouw af te zijn. Waarop Jezus besluit: ‘Als zelfs die rechter, die zich om God noch gebod bekommert, uiteindelijk toch recht verschaft, hoe zou God het dan niet doen. Want God is geen onrechtvaardige rechter, God is liefde, en die liefde weegt altijd door.’

Die liefde vraagt God ook van ons. Geen liefde met dure woorden en grote gebaren, maar liefde die tot uiting komt als we er zijn voor anderen. Als we dus geen leven bouwen rond ‘ikke en de rest kan stikken’, maar rond dat ene gebod dat Jezus ons heeft gegeven: ‘Hou bovenal van God, en hou evenveel van je naaste als van jezelf.’ Jezus weet dat dit niet altijd vanzelfsprekend is. Dat besef komt zeer sterk tot uiting op het einde van het evangelie. ‘Zal de Mensenzoon bij zijn komst het geloof op aarde vinden?, vraagt Hij zich af. Het geloof om te leven naar zijn woorden en daden van liefde, vrede en gerechtigheid.

Zusters en broeders, het sluit allemaal heel sterk aan bij vandaag, want het is het Missiezondag. De dag die wereldwijd gevierd wordt en waarop de Kerk aandacht vraagt voor kerken in nood. Dit jaar gaat die aandacht naar Zuid-Soedan. Eigenlijk een deel van Soedan dat in 2011 een onafhankelijk land werd, na een jarenlange burgeroorlog tussen noord en zuid. Een burgeroorlog die zich vandaag in Soedan op een nog gruwelijker wijze verder zet dan in Gaza. En een burgeroorlog die ook in Zuid-Soedan vreselijk heeft gewoed. Maar nu is er vrede en proberen  de christenen voor iedereen een menswaardig bestaan op te bouwen. Laten we hen daarbij steunen, niet alleen door onze aandacht en ons gebed, maar ook door een mooie bijdrage als er straks met de schaal wordt rondgegaan Want zo kunnen we echt meewerken aan de opbouw van een land vol problemen, dat op zoek is naar liefde en vrede in Jezus’ naam. Amen.