Kom, Heilige Geest

 

Psalm 104 (103)) is een lof en danklied om wat leeft en bestaat. Hij bevat deze mooie zin: “Zendt Gij uw geest, dan komt er weer leven, dan maakt gij uw schepping weer nieuw.”

Niet te verwonderen dat deze psalm een plaats heeft in de Pinksterliturgie, zowel op de vooravond van het feest als op de dag van Pinksteren zelf.

Verwondering

Verwonderding, daarmee begint de Bijbel in het boek Genesis. Verwondering om Gods geest die zweeft over de wateren (Gen. 1,2!) en verwondering om de levensadem, die God blies over wat hij uit stof geboetseerd had zodat de mens een levend wezen werd (Gen. 2,7).

Is verwondering niet een schone aanzet om Gods goede Geest te prijzen? Verwondering is zelf een vrucht van de Geest. Zo zag het Willem Barnard en zo zingen wij:

Wat zijn de goede vruchten, die groeien aan de Geest?
De liefde en de vreugde, de vrede allermeest,
geduld om te verdragen en goedertierenheid,
geloof om veel te vragen, te vragen honderduit;

 

geloof om veel te geven te geven honderd-in,
wij zullen leren leven van de verwondering:
dit leven, deze aarde, de adem in en uit,
het is van Gods genade en zijn lankmoedigheid (ZJ 431)

Schep in mij een nieuwe geest

Wij kunnen ons verwonderen over wat leeft en groeit, over wat er omgaat in het hart van een mens. Wij kunnen verrast zijn om zoveel goede dingen die een mens kan ontwerpen. En ook bezorgd om wat diezelfde mens heeft uitgevonden en gemaakt om zichzelf en anderen te vernietigen, (geweren, atoomkracht, drugs…).

Uit het hart van de mens kunnen boze gedachten en heel wat slechte dingen, die hem bezoedelen ( Mc. 7,21). Wanneer hij dit beseft kan hij rouwmoedig bidden: “Open mijn mond om U te loven, stort in mijn hart een nieuwe geest” (ZJ 320).

 

“Schep in mij een nieuw hart, mijn God

Geef mij weer een vastberaden geest

Wil mij niet verstoten van uw aanschijn

Neem uw heilige Geest niet van mij weg “(ps. 51,12-14)

De wind blaast waarheen hij wil (Joh. 3,8)

De geest, het zijn ook gedachten en gevoelens, uitgedrukt in woorden. Woorden raken mensen en leiden tot daden. Een mens die ademt, leeft. Een mens die leeft, kan denken en geest uitstralen.

Als mens zijn we altijd aan plaats en tijdgebonden en toch kunnen onze gedachten gaan over het verleden en kunnen wij dromen over de toekomst, en plannen ontwerpen. Ik ben hier en kan denken aan wat gebeurt op andere plaatsen.

Ik kan denken aan de invloed van mensen, die overleden zijn en ze toch present weten, ouders, opvoeders. Hun geest leeft. Hij kan ook nog spoken en nachtmerries veroorzaken.

Wij zijn verrast over de vlugge communicatie door de digitale wereld. Ik stort het bedrag voor een verlenging van het jaarabonnement bij de Lijn. Zonder mijn kaart in te leveren, is het toch meteen verlengd. De centrale computer zorgt ervoor.

God is meer dan een centrale computer. Elke mens kan met hem verbonden zijn. Lotte was een heel gelovige vrouw, al was zij wegens haar joodse afstamming een lange lijdensweg gegaan. Zij kon heel intens het Onze Vader bidden met de bede: Uw wil geschiede. “Wanneer je met iemand telefoneert, zo zei ze, kan je slechts met één communicatie tegelijk werken. Maar met God kunnen we allen tegelijk communiceren.” Zijn geest verbindt ons altijd. Hij is altijd aanwezig.

Die gesproken heeft door de profeten

Gods geest bezielde de profeten in het Oude Testament. De bijbel verrast door het werk van deze mensen, zij zijn een teken van Gods aanwezigheid en van zijn zorg. De profeet Joël brengt een uiterst belangrijk woord van de Heer: “'Daarna zal het gebeuren: Ik zal mijn geest uitstorten over alle mensen, uw zonen en uw dochters zullen profeteren, uw grijsaards dromen zien, uw jonge mannen visioenen krijgen” (Joël, 3,1). Paus Franciscus verwijst graag naar dit woord van de profeet, vooral vanuit zijn zorg voor ouderen.

De Geest rustte op hem

Jezus was een bezielde en begeesterde persoon. De drie synoptici vermelden allen zijn doopsel in de Jordaan, waar Jezus opsteeg uit het water, de hemel zag openscheuren en de Geest als een duif op hem neerdalen (Mc. 1,9-11; Mt.3,16-17; Lc. 3;21-22). Johannes de Doper getuigt in het vierde evangelie over Jezus: “Ik he.b de Geest als een duif uit de hemel zien neerdalen en Hij bleef op Hem rusten. Ook ik kende Hem niet, maar die mij gezonden had om met water te dopen, Hij had tot mij gesproken: Op wie gij de Geest zult zien neerdalen en blijven rusten, Hij is het die doopt met de heilige Geest. Ik heb het zelf gezien en ik heb getuigd: Deze is de Zoon van God” (Joh. 1, 32-34).

Wanneer Jezus enige tijd nadien op een sabbat in de synagoge van Nazareth was, las hij een heel belangrijke tekst voor van Jesaja (Jes. 61,1-2). Het bevat het levensprogramma van Jezus:

De geest des Heren is over mij gekomen, omdat Hij mij gezalfd heeft. Hij heeft mij gezonden om aan armen de Blijde Boodschap te brengen, aan gevangenen hun vrijlating bekend te maken, en aan blinden, dat zij zullen zien; om verdrukten te laten gaan in vrijheid, om een genadejaar af te kondigen van de Heer” (Lc., 18-19).

Vooral tijdens het Laatste Avondmaal spreekt Jezus in het evangelie van Johannes uitvoerig over de Geest, die zal komen om ons nog duidelijker te laten beseffen wie Jezus was en wat wij te doen hebben.

Vervuld van de heilige Geest

In de Handelingen van de Apostelen brengt Lucas het verhaal van de grote pinksterdag (Hand. 2,1-13). Hij geeft verder aan dat de Geest de blik verruimt wanneer de Romeinse officier Cornelius, een heiden, een niet Joodse man vraagt om gedoopt te worden., en gans zijn gezin met hem (Hand. 10).

In de kerk is er vurig gebeden tot de heilige Geest wanneer paus Johannes XXIII het tweede Vaticaans concilie inzette. Paus Franciscus dringt eropaan dat wij tot de Geest bidden en naar de Geest luisteren nu de kerk in een synodaal proces is ingetreden. De formule met ruimte voor kleinere, behapbare discussiegroepen, sloeg aan” (Rik Torfs, Het Vaticaan, p.119

Verbonden

De Geest verbindt ons met de Vader en hij doet ons bidden: Abba, Vader.

En de Geest verbindt ons met de medemens, want hij schenkt ons goede vruchten om de gemeenschap op te bouwen. “De vrucht van de Geest is liefde, vreugde, vrede, geduld, vriendelijkheid, goedheid, trouw, zachtheid (tederheid), ingetogenheid (zelfbeheersing)” (Gal. 6,22). Tijdens de pinksternoveen hebben we er met de Katholieke Charismatische Vernieuwing Vlaanderen om gebeden. En we willen er verder aan werken het ganse jaar door.

De Geest staat nooit stil

De Geest houdt ons in beweging ons leven lang. In een boek over de mystieker Ruusbroec schrijft Paul Verdeyen: “De Geest Gods ademt ons uit om te beminnen en om deugden te wekken. Hij trekt ons weer in Hem om te rusten en te genieten. Dit is eeuwig leven, juist zoals wij de lucht die in ons is uitademen en nieuwe lucht inhalen, want daarin bestaat ons sterfelijk leven.”

“Ingaan in een ledig genieten en uitgaan in goede werken en steeds met Gods Geest verenigd blijven.”

“Wij moeten dus voortdurend de treden van onze hemelse ladder op en af gaan, zowel door inwendig gebed als door uitwendige goede werken naar de geboden Gods en de verordening van de Kerk.

Wij beseffen dat ons hart niet altijd brandt van vuur en dat we tekortschieten. Wij hebben nochtans zijn vuur nodig in een tijd waar er veel kilte is, onverschilligheid en eenzaamheid. Mensen zijn eenzaam omdat zij muren bouwen in plaats van bruggen.

Klopt het dat wij maar christen zijn als we geloven dat de Geest in ons leeft? Paulus was zeer verwonderd wanneer hij in Efese leerlingen ontmoette die gedoopt waren en niet eens wisten dat er een heilige Geest bestaat. Zij hadden het doopsel van Johannes ontvangen, een doopsel tot teken van bekering. Zij lieten zich daarop door Paulus dopen in de naam van de Heer Jezus. Hij heeft hen daarna de handen opgelegd en dan kwam de heiige Geest over hen ‘(Hand. 19,1-7).

Wij mogen ons vasthouden aan het woord van de apostel Paulus dat de Geest onze zwakheid ter hulp komt (Rom. 8,28) en dat hij in ons bidt: Abba, Vader (Rom. 8,15; Gal. 4,6).